Nederland kent vele vakantieparken; van bungalowparken, via chaletparken tot campings en alles daar tussen in. Deze parken zijn soms eigendom van één eigenaar, maar vaak van een hele groep particuliere eigenaren die om uiteenlopende motieven bv. een huisje hebben gekocht. Maar op hoeveel parken gaat het nu precies? Welke vastgoedratio’s gelden voor dit soort vastgoed? Wat betekenen alle ontwikkelingen (alleen al op technologisch gebied!) voor de toekomstbestendigheid van vakantieparken?

​Nederland kent vrijwel geen centraal beleid t.a.v. vakantieparken. Elke gemeente of provincie maakt steeds weer eigen keuzes op het gebied van nieuwbouw, verbouw, handhaving van niet-recreatief gebruik et cetera. Op regionaal niveau zijn er bepaalde samenwerkingen, maar wet- en regelgeving en onbekendheid met de materie maken het lastig om zaken drastisch te verbeteren, terwijl drastische maatregelen in sommige gevallen nodig zijn om parken of gebieden weer (recreatief) aantrekkelijk te maken.
Daarnaast zien we dat de concurrentie in Nederland groot is: de bouw van steeds weer nieuwe parken, initiatieven zoals AirBnB, de klant die hogere eisen stelt; als ondernemer moet je je onderscheiden om door de klant gevonden te worden.

Maar wanneer onderscheid je je? Ten opzichte van wie moet je je onderscheiden? Hoe groot is die concurrentie dan? Wat zijn kansrijke concepten? Vragen waar Bureau Nijdam naar doet om uiteindelijk stakeholders in de branche te kunnen voorzien van goede gegevens.